De Producentenorganisatie Varkenshouderij heeft op 30 april een akkoord bereikt met het ministerie van Economische Zaken over het Diergezondheidsfonds (DGF). De bedragen die de varkenshouderij zelf moet betalen bij een eventuele uitbraak van dierziekten zoals Klassieke en Afrikaanse varkenspest, blaasjesziekte en mond- en klauwzeer dalen in het nieuwe akkoord met miljoenen euro’s. Het plafondbedrag voor Afrikaanse varkenspest en blaasjesziekte wordt verlaagd van 42 miljoen euro tot 30 miljoen euro. Dit bedrag daalt nog verder, tot 22 miljoen euro, mocht de Europese Commissie besluiten de verplichte bestrijding van blaasjesziekte te laten vervallen. Het plafond voor de ziekten mond- en klauwzeer en Klassieke Varkenspest daalt met 7 miljoen euro, tot 19 miljoen euro. De afspraken en bedragen gelden voor een periode van 5 jaar en gaan met terugwerkende kracht in op 1 januari dit jaar en lopen tot eind 2019. Tot aan de plafondbedragen, komt de schade voor rekening van de varkenshouderijsector. Daarna komt de overheid in beeld. Naast de plafondbedragen is ook een aantal vervolgafspraken vastgelegd. De komende maanden worden drie plannen van aanpak opgesteld:
- Handhaving van de nulstand voor wilde zwijnen. Meer wilde zwijnen betekent meer risico’s voor de diergezondheid. Varkenshouders investeren zelf veel in het verhogen van de gezondheidsstatus van hun bedrijven. Dat mag niet teniet worden gedaan door toename van het aantal wilde zwijnen in Nederland. Via een nieuw te bouwen kwaliteitssysteem moet de gezondheidsstatus op varkensbedrijven verder worden verhoogd.
- Voorkoming van dierenwelzijnsproblemen na het uitbreken van een dierziekte. De wens is dat er maatregelen beschikbaar komen om vanaf dag 2 na een uitbraak problemen te voorkomen.
- Afzet van gevaccineerd vlees na de uitbraak van een dierziekte. In dit plan van aanpak wordt de slacht- en vleessector nauw betrokken
bron: Producentenorganisatie Varkenshouderij
MEI
2015